Dag 57
Het lichaam is nog wat stram na het peddelen van gisteren. Overduidelijk niet gewend om in de kajak houding te zitten. Achter de gordijnen is het grijs en winderig. Wat een verschil met het weer van de afgelopen week.
Iris springt het bed uit, zij wil een rondje hardlopen voordat ik mijn wetsuit aantrek en richting het Boom strand vertrek voor mijn wekelijkse zwemsessie. Gaat het eigenlijk wel door? Het is vloed en er staat een straffe wind met flinke golven. Ik check de Facebook pagina, maar zie geen bericht. Dan herinner ik mij een opmerking van een van de vaste zwemmers: “het gaat altijd door, zelfs in een storm gaan we op zijn minst even spetteren in de golven”.
Ik wurm mij in mijn strakke zwempak en merk dat het steeds soepeler gaat. Kop thee, glas water, een bak muesli, toast met jam en een kop koffie. Ik ben klaar voor een frisse duik.
Op weg naar het strand zie ik al snel bekende gezichten in hun zwarte, strakke pakken aan komen lopen. De vier dames die wonen aan de weg boven de supermarkt en de drie van de landtong naast het het Boom strand. Vandaag haakt de dochter van een van de dames ook aan.
Zij blijkt als arts in het Britse leger te werken en is net terug van een trainingsmissie in Oman waar ze getest werden op uithoudingsvermogen en mentale veerkracht. Dat betekende twee volle dagen een steile berg op klauteren, incluis zware bepakking. Iedereen heeft het zonder kleerscheuren overleefd. “Niet dat ik iets had kunnen doen, als iemand wel van de berg was gevallen”.
We lopen de zee in en het ijskoude water komt met golfjes mijn pak in. De pier is zo bereikt en ondertussen leer ik over een nieuwe oesterkwekerij die recent gestart is: The Oyster Restoration Company. Het maakt het lelijke gebouw achter het strand direct een stuk vriendelijker. Vreemd hoe dat werkt, zodra je weet wie of wat ergens zit, wordt je beeld positiever.
De helft van de groep gaat vandaag alleen om de pier en keert dus weer om. Ik twijfel even, de deining is flink en de stroming sterk. Toch besluit ik bij Bruce en zijn vrouw aan te haken en nog even rondom de gele boei te zwemmen.
Voordat we het weten tikken we de boei met zijn schelpen aan. Nu begint het pas echt. We voelen dat de zee ons verder mee wil nemen. Als we niks zouden doen, drijven we zo de Minch op, het stuk water tussen het vaste land en de Buiten-Hebriden. Maar dat willen we niet, dus we stoppen met praten en concentreren ons op de zwemslagen. Het zoute water spat in mijn gezicht.
Gelukkig zijn we snel weer wat in de luwte van de pier en is het weer tijd om nieuwtjes uit te wisselen. Ze vragen naar onze avonturen van deze week en ik vertel uitgebreid over onze kajak toer van gisteren. Bruce en zijn vrouw hebben hun eigen kajaks en maken regelmatig een tochtje over het loch.
Voor mij zijn deze zondagse zwemsessies ook een manier om meer te weten te komen over de omgeving. Deze week liepen we een rondje over het strand hier en het verbaasde mij dat het gebied nog steeds eigendom is van het Britse leger. Elk jaar komen ze hier trainen. In de duinen worden tentjes opgezet en het hek gaat dicht. Zwemmen is alleen mogelijk als de poortwachter het toestaat.
En zo is dit gebied in het hoge noorden van Schotland opeens het middelpunt van de huidige internationale, politieke spanningen. Het ruige land en de onvoorspelbare zee bieden de perfecte omstandigheden om te trainen op wat hopelijk niet nodig is. Op dat moment horen we het gebulder van een straaljager die rakelings over de heuvels scheert.
Militaire oefeningen gebeuren hier overal. Ter land, ter zee en in de lucht. Het strand is weer bereikt. De thermosflessen met heet water gaan open en we praten nog wat na. Zodra iedereen het koud krijgt, pakken we in en nemen afscheid: “tot volgende week!”.